In de zoektocht naar meer biodiversiteit en het verbeteren van het organischestofgehalte in de bodem kwam melkveehouder Rik Zeegers uit bij een mengsel van luzerne, festulolium en klavers.
Rik Zeegers teelt voor het derde jaar op rij EiwitMax, een mengsel van luzerne, klavers en Raaigras Plus, een doorveredelde festuloliumsoort. De melkveehouder uit Limburg typeert het leren werken ermee als ‘fietsen zonder zijwieltjes’. ‘Het is duidelijk een ander type teelt dan Engels raaigras, maar de koeien vinden het erg smaakvol.’
In het Limburgse Wellerlooi runt Rik Zeegers een melkveebedrijf met 230 koeien met hulp van medewerk(st)ers en familieleden. Bij het bedrijf heeft hij 20 hectare snijmais, 40 hectare hoogproductief raaigras en 12 hectare pachtgrond in gebruik, waarop natuurinclusieve teelt wordt toegepast. ‘Die 12 hectare was voorheen reguliere pacht, maar verpachter Limburgs Landschap verzocht ons over te gaan op een ander gebruik van de grond. Het organischestofgehalte in de bodem en de zichtbare biodiversiteit moesten meer impact krijgen. Wij zijn met hen in gesprek gegaan en hebben gekeken wat mogelijk is.’
De melkveehouder besloot daarom bewust om de pachtgrond in een aantal percelen van circa 2 hectare te verdelen en rotatieteelt toe te passen. ‘We telen er eenjarige triticale die we als gps hakelsen, enkele jaren grasklaver en ook drie tot vier jaar EiwitMax’, zo legt Zeegers uit. ‘EiwitMax is een mengsel met luzerne, Raaigras Plus, rode en witte klavers. De teelt ervan was even wennen, maar het slaat nu goed aan en lijkt goed te passen op onze grond en binnen het rantsoen.’
Zeegers stelt dat mengsels als deze duidelijk een andere teeltbenadering vragen dan Engels raaigras. Zijn eerste perceel met EiwitMax zaaide hij twee jaar geleden en hiervan oogst hij nu voor het derde jaar op rij. ‘In het begin kampten we met veel onkruiddruk. Toen we het onkruid via maaien kwijtraakten, groeide het gewas zelf sterk en goed door en onderdrukte het uit zichzelf het onkruid.’
Een leerproces, zo vindt Zeegers. ‘Het volgende perceel is vorig najaar gezaaid. Dat hebben we de eerste keer eerder gemaaid, zodat het onkruid minder kans kreeg.’ Het moment van maaien komt precies, maar ook de maaihoogte. Die moet volgens Zeegers op minimaal 8 tot 10 centimeter liggen. ‘Maai je korter, dan maai je de luzerne er te veel uit. De teelt moet je wel leren; ik noem het weleens fietsen zonder zijwieltjes. Dat is eerst ook lastig en spannend, maar als het lukt, geeft het een voldaan gevoel.’
Zeegers gebruikt geen gewasbeschermingsmiddelen en kunstmest op de percelen die hij pacht en waar hij EiwitMax teelt. Qua bemesting wordt alleen 15 tot 20 ton vaste mest op de percelen gebracht. De vlinderbloemige luzerne en klavers vangen zelf voldoende stikstof uit de lucht. ‘Wij bemesten alleen nog 160 kilo zuivere patent-kali bij. Dat heeft vooral de klaver toch wel nodig.’
De loonwerker maait het perceel viermaal per jaar en als het zo uitkomt, kuilt de melkveehouder het gewas gewoon mee met de rijkuil. ‘Onlangs kuilden we het gewas van een van de EiwitMax-percelen voor de eerste keer in balen, maar daarvan heb ik nog geen analyse. Op papier is het vem-gehalte vaak lager, zo heb ik wel van collega’s begrepen, maar zelf kan ik dat zonder separate analyse dus niet staven.’
Ook gelooft Zeegers dat het eiwit kwalitatief rijker is. ‘Ik heb zelf geen cijfers, maar de geur van het ingekuilde product is duidelijk anders. Niet op een manier dat het voor ons per se lekkerder ruikt, maar voor koeien duidelijk wel. Ze happen heel duidelijk dat type product het eerst weg als het voor het voerhek ligt. De smakelijkheid is overduidelijk hoog. En luzerne zorgt voor wat extra structuur. Dat past in ons rantsoen prima, omdat wij onze graspercelen vaak korter maaien met weinig structuur.’
De melkveehouder weet inmiddels dat het gewas om te telen en te oogsten gevoeliger is dan Engels raai. De loonwerker maait daarom ook bewust met dwarsaflegbanden, die het zwad egaal en breed wegleggen, zodat de luzernebladeren intact blijven.
Sporen in het land is ook iets wat nog meer dan bij gras moet worden voorkomen. ‘Het gewas is gevoelig, maar juist weerbaarder tegen weersinvloeden. Door de diepe beworteling kwam het de droge periodes opvallend goed door. En wij telen vlak bij de Maas, die in de winter nogal eens buiten de oevers treedt. Die bevloeiing heeft geen negatief effect op het gewas.’
Qua kwantitatieve opbrengst blijft het mengsel op de natuurinclusief beheerde gronden wel achter bij de gangbaar beheerde graspercelen. ‘We halen ruim 8 ton per hectare opbrengst en van graspercelen 12 tot 14 ton. Daartegenover staat dat we het minder vaak kunnen én hoeven te maaien en ook het bemesten neemt minder tijd en arbeid. Luzerne werd vroeger wel een gewas voor luie boeren genoemd. Dat klopt eigenlijk ook wel’, besluit Zeegers lachend.
EiwitMax is een mengsel van 55% luzerne, 30% Raaigras Plus, 10% rode klaver en 5% witte klaver. Raaigras Plus is een doorveredelde soort festulolium. ‘Zo vullen de verschillende bestandsdelen elkaar het beste aan’, vertelt Hendrik Nagelhoud, accountmanager van DLF. ‘Luzerne en klavers wortelen snel en diep, maar groeien in het voorjaar wat trager. Raaigras Plus start juist vroeg en helpt zo de onkruiddruk in het begin tegen te gaan. Bovendien creëren we door deze mix een biodivers mengsel.’
De diepe beworteling van de luzerne en klavers is ook een sterk wapen in tijden van droogte, zoals in de afgelopen zomers. Dankzij de drie droge zomers is de interesse naar dergelijke mengsels duidelijk vergroot volgens Nagelhoud. ‘Luzerne is echter echt een ander gewas dan gras. Vandaar dat wij ook bewust een mengsel aanbieden waar luzerne “slechts” 55 procent deel van uitmaakt. Daarbij zijn veehouders duidelijk op zoek naar het winnen van meer eiwit van eigen grond. Vooral op droogtegevoelige gronden of in warme en droge zomers kom je op veel percelen met klavers en luzerne hiermee verder dan met alleen Engels raaigras.’
Bemesting is vaak amper nodig en al helemaal niet met stikstofkunstmest. De vlinderbloemigen halen zelf voldoende stikstof uit de lucht. ‘Wij adviseren dan vaak ook om uitsluitend voor de eerste snede een lichte gift drijfmest of vaste mest over een perceel te brengen’, zegt Nagelhoud. ‘Het VEM-gehalte van dit product is vaak niet hoger. Bij luzerne in monocultuur is een iets lager VEM-gehalte ook een bekend verschijnsel. Daartegenover drijft luzerne juist wel de melkproductie! Bovendien ligt het ruweiwitgehalte per kilo droge stof ligt gemiddeld veel hoger.’