Greenkeeper aan het woord: De Woeste Kop in Axel maakte in acht jaar een behoorlijke verbeterslag

Het greenkeepersteam op Golfbaan De Woeste Kop in Axel zette zich met succes in om het percentage straatgras op de greens aanzienlijk te verlagen. Elk jaar zaait hoofdgreenkeeper Paul Mannaert ze vijfmaal door met een ander wit struisgrasras van DLF. Voor tees en fairways gebruikt hij een 4turf-mengsel. Greenmix levert hem dit graszaad.

Sinds 2012 wordt de 18-holes golfbaan De Woeste Kop in Axel onderhouden door golfbaanaannemer H4A. Deze baan dankt zijn naam aan een eerdere locatie in Zeeuws-Vlaanderen waar de baan gelegen heeft. Dat was namelijk op een zandkop in de buurt van natuurgebied de Braakman bij Philippine. Nu ligt sinds 1986 de baan van de gelijknamige club in natuurgebied Smitsschorre aan de rand van Axel. Dat is tussen kreken en bossen, grenzend aan de typisch Zeeuwse polders met dijken en populieren. Eén van de holes grenst aan de Axelse watertoren, die een markant herkenningspunt vormt.

Golfbaan de Woeste Kop in Axel | DLFAanzienlijk verbeterd

Paul Mannaert mag zich inmiddels alweer twee jaar hoofdgreenkeeper van deze 18-holes baan met A-status noemen. Hij vertelt dat de golfbaan van de golfvereniging De Woeste Kop is aangelegd op opgespoten grond uit het in de jaren zestig verbrede Kanaal van Gent naar Terneuzen: 'De baan is grotendeels aangelegd op puur zand. Achterop is dat een leem-zandmengsel dat de waterdoorlatendheid nadelig beïnvloedt, en daar blijft het na heftige regenbuien vaak wat vochtig. Verder ligt de baan ongeveer 7 meter hoger dan de omgeving.' Voordat golfbaanaannemer H4A het onderhoud overnam met een vast greenkeepersteam, was Mannaert al in dienst van deze golfclub: 'Ik ben hier direct gaan werken na de groenopleiding die ik in Goes volgde.

Dat is nu ongeveer zeventien jaar geleden, waarvan de laatste twee jaar dus als hoofdgreenkeeper. Het is een prachtige golfbaan en ik heb het hier bijzonder naar mijn zin. En ik kan eerlijk zeggen dat dankzij de uitbesteding van het onderhoud de kwaliteit van de golfbaan aanzienlijk is verbeterd. In die tien jaar hebben we een aanzienlijke verbeterslag gemaakt. Dat zien we ook terug in het ledenaantal: in 2012 waren er 450 leden; nu zijn dat er 1100. Circa 44 procent hiervan komt uit het nabijgelegen België: in de ruime omgeving zijn we de enige 18-holes baan.'

Doorzaaien

Mannaert vertelt dat hij een groot voorstander is van regelmatig doorzaaien, maar dat hij dit op een bijzondere manier doet. 'Ik zaai de greens jaarlijks vijfmaal door met wit struisgras, Agrostis Stolonifera. Ik doe dat zodra de meeste nachtvorst geweken is: kort voor de competitiestart, na afloop van de competitie, begin september en eind september/begin oktober nog een keer. Ik verdeel de hoeveelheid graszaad waarmee ik doorzaai dus over vijf zaaibeurten. Daarmee spreid ik de risico's dat het doorgezaaide gras slecht aanslaat. Deze aanpak heeft ertoe geleid dat in acht jaar tijd het aandeel struisgras op mijn greens van 20 procent is toegenomen tot bijna 80 procent. Bovendien wissel ik van rassen om een monocultuur te voorkomen. In 2021 zaaide ik door met Cobra Nova, dit jaar met CY-2 en in 2023 is Independence I opnieuw aan de beurt.'

'Aandeel struisgras op mijn greens is toegenomen tot bijna 80 procent'

De greens zaait Mannaert door met Maredo-kooien: 'Voor de rest van de baan schafte H4A twee machines aan van het merk Vredo. Dit zijn een grote doorzaaimachine voor de fairways en tees en een kleinere Vredo voor de moeilijk toegankelijke en kleinere oppervlakken. De fairways en de tees krijgen jaarlijks twee doorzaaibeurten met 4turf, een mengsel van tetraploïde Engels (sportveld)raaigrassen. Mannaert: 'In tegenstelling tot traditioneel Engels raaigras, dat we uit de landbouw kennen, heeft dit geen pollenvorm en het heeft een hogere droogte- en zouttolerantie. Overigens ben ik van plan de fairways en tees ook nog eens door te zaaien met roodzwenkgras. Dat is volgens mij nog beter bestand tegen droogte, hoewel 4turf bestand is tegen hitte. Met die veranderingen krijgen we allemaal te maken in de toekomst.'

Beregening en flushing

Het blijkt dat de hoofdgreenkeeper paal en perk wil stellen aan het watergebruik op de fairways. 'In een droog natuurgebied roepen fairways als groene oases vragen op bij recreanten,' vreest hij. En daarmee wil hij rekening houden: 'Een groot bijkomend probleem is dat het beregeningswater een te hoge EC-waarde heeft (3,0-3,5). Op het moment dat we overdag gaan beregenen bij zonneschijn, verbrandt het gras. Onze grootste uitdaging bestaat eruit grassoorten en -rassen te kiezen die een grotere droogte- en zouttolerantie hebben. Meer 4turf en roodzwenk zijn dan wenselijk, terwijl we bij vermindering van de beregening waarschijnlijk niet ontkomen aan het gebruik van wetting agents. Wij hebben hier vier bronnen. Twee daarvan zijn uit noodzaak recentelijk geslagen en ze leveren uitstekend zoet water.

De andere twee zijn namelijk iets verzilt, maar door het te mixen met vijverwater is het bruikbaar. Ik controleer dus voortdurend het zoutgehalte van dit water. Als het zoutgehalte van de bodem van de greens te hoog is, zie je dat meteen aan het verdorrend gras. Toch controleer ik dan het zoutgehalte even met de EC-meter. Als het zoutgehalte te hoog is, passen we flushing toe. Dit is een techniek die ze in Spanje op golfbanen met verziltingsgevaar al langer toepassen. Met chemie wordt het natrium gebonden en door een enorme gift van water ineens, circa 20 millimeter, spoel je het gebonden product als het ware uit de toplaag en daarmee vermindert meteen het zoutgehalte van de toplaag van je green.'

Maaien

Heeft Mannaert nog een bijzondere aanpak bij het onderhoud van de grasmat? Voor zover dit betrekking heeft op de greens, zegt hij: 'Het wit struisgras op de greens krijgt gedurende het groeiseizoen vrijwel wekelijks een verticale maaibeurt. Dit doen we om de uitstoeling ervan te bevorderen. Het gras op de greens krijgt dus een vrij agressieve behandeling; juist dan gedijt het goed. Verder hanteren we daar een maaihoogte van 3,6 millimeter, bij wedstrijden is dat 3,0 millimeter. Verder rollen we de greens intensief. Behoudens de competitieperiode maken we ons niet druk over de hoogte van het stimpgetal, maar blijven we de greens intensief rollen. Wat infecties betreft, is dankzij het lagere aandeel straatgras op de greens de ziektegevoeligheid automatisch verminderd. Toch blijven ook onze greens op een zomerdag gevoelig voor dollarspot. En vanaf augustus krijgen we meestal te maken met Fusarium. De fairways proberen we zo droog mogelijk te houden. Daarmee kun je de verspreiding van schimmels enigszins voorkomen. We doen dat door met een lange slang tussen twee machines de fairways te sweepen als het gedauwd heeft.'

Golfbaan de Woeste Kop in Axel gebruikt graszaad van DLF | DLFLeverancier zaaizaad

Het van oorsprong Belgische Greenmix levert al het benodigde graszaad aan golfbaan De Woeste Kop. 'En de meststoffen die bestemd zijn voor de tees en fairways,' vult Rob Hoekstra aan, die het bedrijf in ons land vertegenwoordigt. 'Ook leveren we de winterbemesting voor de greens. Dat is het klassieke product gebaseerd op gedroogd zand met 1 procent stikstof en 9 procent ijzerchelaat. Dit geeft een mooie groene dekking en voorkomt mos- en schimmelvorming. De toediening hiervan is vier- tot vijfmaal, totdat het gras in het voorjaar weer begint te groeien. Daarnaast gebruikt De Woeste Kop Maredo-doorzaaimachines, waarvan wij een van de dealers zijn.'

De activiteiten van Greenmix startten hier zo'n acht jaar geleden, toen Greenkeeper of the Year 2018 Arjan Westeneng daar hoofdgreenkeeper was. Vanwege de extreem hoge percentages straatgras op de greens maakten beiden het plan van aanpak om de greens frequent te gaan doorzaaien met witstruisgras. 'Ik vond dat vanwege het zeer hoge percentage straatgras een zeer ambitieus plan,' merkt Hoekstra op. 'Maar de aanpak was succesvol. De rollen tussen wit struisgras en straatgras zijn volledig omgekeerd! Voor de fairways kozen we er aanvankelijk voor om met ProMaster Golf 50 Golf GM te gaan doorzaaien. Dit is een mix van tetraploïde Engels raaigras en roodzwenk. Tijdens de droge zomer van 2018 viel op hoe goed de 4turf-grasrassen hierin presteerden. Daarom zijn we in 2019 overgegaan op het volledig doorzaaien met het Masterline-sportveldmengsel 4-4-2 Master GM met drie grasrassen uit de uitsluitend tetraploïde 4turf-rassen. Het resultaat na enige tijd was verbluffend en leverde een waanzinnig mooie grasmat op. Ook de semi-rough was hiermee doorgezaaid. Zelfs buiten het bereik van de beregening bleef de semi-rough groen tot aan de bomen in de rough toe, met een mooie dekking.

'Zelfs buiten het bereik van de beregening bleef de semi-rough groen'

De tetraploïde Engelse raaigrasrassen bleken in de praktijk dus super droogteresistent. Ook op de plekken op de fairway die te leiden hadden gehad van het brakke water, bleek het Masterline-sportveldmengsel 4-4-2 Master GM wonderen te verrichten. De zouttolerantie van de gebruikte rassen in dit mengsel is namelijk ook vrij hoog. Het aardige, vind ik, is dat de semi-rough met dezelfde grassamenstelling behoorlijk donkerder kleurt door het wat hogere maaien. Dat geeft een mooi contrast, meer dan wat je bij andere, monoploïde, rassen ziet. Overigens zijn de rassen in het 4turf-mengsel bij DLF ook separaat beschikbaar, zodat men zelf een rassenmix, indien voorradig, kan samenstellen in het 4turf-mengsel. Juist dit maakt het voor een eindgebruiker mogelijk om te wisselen van rassen.'

Greenkeeper Paul Mannaert en Rob Hoekstra van GreenMixDit artikel is in 2022 in de december editie van vakblad Greenkeeper verschenen.
Auteur: Broer de Boer