Nieuwe grasrassen bieden oplossingen voor de veehouderij

De veehouder heeft met steeds meer uitdagingen te maken. Een van de grootste uitdagingen van het afgelopen jaar was toch wel de droogte en hoge temperaturen, iets wat we de komende 10 jaar vast nog meer gaan meemaken. Daarnaast komen er ook steeds meer regels en voorwaarden vanuit de overheid, waardoor er nieuwe uitdagingen ontstaan waar creatieve oplossingen voor moeten worden gevonden. Denk hierbij aan meer eiwit van eigen land en minder methaan-/stikstofuitstoot. Dit zorgt ervoor dat een optimale ruwvoerteelt met het hoogst mogelijk rendement nodig is.

De juiste genetica kan helpen voor een beter rendement

De opbrengst van uw ruwvoerteelt zoals gras, is altijd afhankelijk van drie factoren; bodem/klimaat, management en genetica (grasrassen). Wanneer deze alle drie optimaal zijn versterken ze elkaar positief zodat de volledige potentie van een grasmengsel behaald kan worden.

De omgeving, oftewel de bodem, het weer en andere externe omstandigheden zijn zaken waar u geen invloed op kunt uitoefenen. Het management is iets wat in de handen van u als veehouder samen met een eventuele loonwerker ligt. Maar ook het derde punt ligt in uw handen, namelijk de keuze van de juiste graszaadmengsels en daarmee de meest optimale genetica. Door te kiezen voor nieuwere en betere grasrassen heeft u al één van bovengenoemde drie factoren geoptimaliseerd. Hetzij in eiwit, verteerbaarheid, stikstofbenutting of droogtetolerantie.

“DLF is een graszaadveredelingsbedrijf dat wetenschappelijk gedreven is”


Verschillende soorten droogte

Grassen worden al decennia veredeld in Nederland, en dit was hoofdzakelijk gericht op de bovengrondse prestaties van de grasplant, namelijk opbrengst, ziekteresistentie en standvastigheid. Een aantal jaar geleden is hier verandering in gekomen toen graszaadveredelaar DLF een uitgebreid onderzoek startte naar de ondergrondse presentaties van gras, gefocust op droogtetolerantie in relatie met wortelvolume en -diepte.

Dit onderzoek gebeurt door middel van een faciliteit genaamd RadiMax. In deze onderzoeksfaciliteit heeft DLF door middel van camera’s onder de grond de wortels kunnen monitoren tot een diepte van wel 3 meter. Daaruit hebben we veel geleerd over de structuur van het wortelstelsel. Met name dat niet alleen de lengte of diepte van belang is maar ook de massa of het volume van de wortels. Er bleek een groot verschil te zitten in de soort droogte en het mechanisme van planten om met deze droogte om te gaan. Bij een voorjaarsdroogte, wanneer er voldoende grondwater in de bodem zit, heeft de plant een ander mechanisme voor droogtetolerantie nodig dan bij een zomerdroogte, wanneer ook het grondwater onbereikbaar is. In het voorjaar heeft de plant meer belang aan diepe wortels met een groot volume en in de zomer heeft de plant juist voordeel als het de droogte en hitte kan overleven totdat er weer voldoende water is. Op basis van deze informatie zijn enkele ForageMax weidemengsels aangepast voor een nog betere droogtetolerantie. Met name Rietzwenk PLUS, Raaigras PLUS en kropaar zijn hier uitermate geschikt voor en dus toegevoegd aan enkele mengsels. Ook door de toevoeging van klavers of luzerne aan een blijvend of tijdelijk grasland wordt het weiland nog robuuster.



Meer eiwit van eigen land

De volgende uitdaging is meer eiwit van eigen land. Wanneer je extensief bent en voldoende grasland hebt is dit makkelijk haalbaar, maar wat als je meer intensief bent? Gras en gras/klaver zijn een van de belangrijkste en stabiele eiwitrijke bronnen. Maar ook hier zijn nog stappen te maken. Uit het voederwaarde onderzoek van DLF komen verschillen tussen grassoorten en zelfs rassen in het eiwitgehalte en daarmee ook op eiwitopbrengst per/ha naar voren. Om de veehouder in de toekomst verder te helpen met eigen eiwitproductie heeft DLF een nieuw segment bedacht binnen de ForageMax weidemengsels. Namelijk de hogere drogestof- en eiwitopbrengst per hectare grasmengsels. Deze bestaan voornamelijk uit Engels raaigras, en bevatten rassen met een hoger eiwitgehalte. Wanneer deze gemengd worden met klaver kan een nog hogere eiwitopbrengst gerealiseerd worden. Echter kan er ook gekozen worden voor een rigoureuze aanpak door het combineren van gras met luzerne, festulolium en klavers. Deze soorten samen kunnen wel voor 30% meer eiwitopbrengst per hectare zorgen, waardoor het nog gemakkelijker wordt om eiwitgras ruwvoer te telen. Deze samenstelling vindt u in het mengsel EiwitMax.

Betere opname en meer energie

Bij het onderzoek van onze nieuwe grasrassen wordt naast opbrengst ook de kwaliteit gemeten door middel van een NIRS-scanner op de Haldrup oogstmachines. Hierdoor weten we direct de opbrengst, DS/gehalte en de voederwaarde eigenschappen van het ras. Wilt u als veehouder meer energie in de koe krijgen en ervoor zorgen dat elke kg gras beter benut wordt? Dan zijn grassen met een betere celwandverteerbaarheid erg belangrijk. Hoe beter deze verteerd worden hoe meer energie er beschikbaar komt voor de koe en daarnaast verhoogt het de grasopname. Tegelijkertijd leidt de verbeterde verteerbaarheid er ook toe dat koeien bij de verwerking van het gras minder methaan uitstoten.

Heeft u interesse om met deze nieuwe rassen aan de slag te gaan, dan moet u ForageMax mengsels nemen met “DLF Fiber Energy” rassen. Dit zijn de specifieke rassen die zorgen voor een betere celwandverteerbaarheid.

De vernieuwde ForageMax weidemengsels bieden oplossingen voor deze uitdagingen. Lees meer op onze website of vraag het aan uw lokale ForageMax dealer.