Wat is de beste groenbemester voor mijn perceel?

Veel akkerbouwers willen weten wat de beste groenbemester is. Dit is een vraag waar geen eenduidig antwoord op te geven is. Het antwoord is namelijk van meerdere zaken afhankelijk, zoals de volgende hoofdteelt, het doel van de groenbemester, en de gewenste zaaidatum. De vraag zou dan ook niet moeten zijn wat is de beste groenbemester, maar wat is de beste groenbemester voor mijn perceel? In dit artikel lichten we toe welke vragen je jezelf moet stellen wanneer je wilt bepalen welke groenbemester de beste keuze is voor jou.

Groenbemester als onderdeel van het bouwplan

Een groenbemester moet worden gezien als een volwaardig onderdeel van het bouwplan. Een groenbemester is een voorteelt en staat hiermee in dienst van de hoofdteelt. Een goede groenbemester draagt dan ook bij aan een meeropbrengst van de volgende hoofdteelt. De eerste vraag die je jezelf moet stellen bij de keuze van een groenbemester is dan ook altijd wat is de volgende hoofdteelt? Zo zijn Japanse haver of bladrammenas bijvoorbeeld een goede optie voorafgaand aan de teelt van consumptieaardappelen, en Japanse haver of Engels raaigras zijn goed geschikt voor de teelt van uien.

Wat is het doel van de groenbemester?

Na het vaststellen van de hoofdteelt is het belangrijk om te bepalen met welk doel je de groenbemester zaait. De belangrijkste redenen voor het telen van een groenbemester zijn de aanvoer van organische stof, het bestrijden van aaltjes, of het vergroten van de biodiversiteit.

Aanvoer van organische stof

Een belangrijke reden om een groenbemester te zaaien is het toevoegen van organische stof aan de bodem. Een hoger organisch stofgehalte draagt onder andere bij aan een betere bodemstructuur. Hierdoor kunnen gewassen beter en dieper wortelen en meer vocht en nutriënten opnemen, daarnaast zorgt een goede bodemstructuur ervoor dat de bodem een beter waterbergend en –leverend vermogen heeft en minder gevoelig is voor slemp en erosie. Een hoger organisch stofgehalte zorgt daarnaast voor een betere bodemvruchtbaarheid en een hogere gewasopbrengst. Kortom meer organische stof in de bodem maakt de bodem veerkrachtiger en beter weerbaar voor extreme omstandigheden. Groenbemesters die veel organische stof leveren zijn bijvoorbeeld Japanse haver (1500 kg EOS per hectare), Engels raaigras (1200 kg EOS per hectare) en bladrammenas of gele mosterd (beide 800 kg EOS per hectare). Daarnaast zijn er ook meer biodiverse mengsels die voor een flinke aanvoer van organische stof zorgen, zoals Vital Earth Complex (1000 kg EOS per hectare).

Zaai bladrammenas als groenbemester voor meer organische stof | DLF

Bestrijden van aaltjes

Het zaaien van de juiste groenbemester is een effectieve manier om aaltjes te bestrijden. Een aaltjesbesmetting kan leiden tot enorme schade aan de hoofdteelt en daarmee tot grote opbrengstverliezen of in sommige gevallen tot afkeuring van het product. Voer altijd een bodemanalyse uit om te bepalen of je te maken hebt met een aaltjesbesmetting, en zo ja met welk aaltje. Wanneer er sprake is van een aaltjesbesmetting is het belangrijk om een groenbemester te kiezen die dit aaltje bestrijdt. Een biodivers groenbemestermengsel is in dit geval niet aan te bevelen omdat hier soorten in kunnen zitten die het schadelijke aaltje vermeerderen. Een veel voorkomend aaltje in de suikerbietenteelt is het bietencysteaaltje (BCA). Een BCA-resistent ras of mengsel van bladrammenas of gele mosterd, bijvoorbeeld Vital Earth Reductie Zomer of Vital Earth Reductie Najaar, is in dat geval de beste keuze om dit aaltje te bestrijden. Het maiswortelknobbelaaltje wat veel voorkomt in pootgoed of peen kan bestreden worden met een resistente bladrammenas ras zoals Doublemax PLUS. De vermeerdering van het wortellesieaaltje kun je tegengaan door middel van Japanse haver, denk bijvoorbeeld aan Vitalli of Vital Earth Humus N-Fix.

Vergroten van de biodiversiteit

Groenbemestermengsels die bestaan uit een verscheidenheid van soorten kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan het verbeteren van de ondergrondse en bovengrondse biodiversiteit. Verschillende bloeiende groenbemesters trekken allerlei insecten, vlinder en vogels aan. Daarnaast voedt een breed groenbemestermengsel een divers bodemleven. Een rijk bodemleven maakt voedingsstoffen vrij voor het gewas en draagt bij aan de opbouw van de bodemstructuur. Een divers bodemleven en goede bodemdiversiteit zijn voorwaardes voor een gezond gewas. Biodiverse groenbemestermengsels zoals Vital Earth Complex, Vital Earth Humus N-Fix, Vital Earth NKG Zomer en DLF Akkerbloemen kunnen hier aan bijdragen.

Groenbemesters verhogen de biodiversiteit | DLF
Naast het bepalen van het doel van de groenbemester zijn er nog een aantal zaken die invloed hebben op de keuze van de juiste soort groenbemester, zoals:

Wat is de gewenste zaaidatum?
De gewenste zaaidatum van de groenbemester wordt bepaald door de teelt voorafgaand aan de teelt, dus: wanneer komt het perceel vrij? Bij vroege teelten zoals bijvoorbeeld tulpenbollen, plantuien en tarwe is de keuze in groenbemesters het breedst. Japanse haver, Engels raaigras en het biodiverse groenbemestermengsel Vital Earth Complex kunnen al vanaf april gezaaid worden. Vanaf mei kan ook bladrammenas gezaaid worden. Vanaf september is het beter om geen bladrammenas meer te zaaien, maar te kiezen voor gele mosterd. Ook Japanse haver en Engels raaigras kunnen dan nog gezaaid worden. Late teelten of wintergewassen, zoals suikerbieten, winterpeen of kolen geven praktisch gezien geen mogelijkheid om nog een groenbemester te zaaien.

Wat is de gewenste grondbewerking?
De hoofdteelt bepaalt of je de groenbemester in het najaar of in het voorjaar wil onderwerken, en hoeveel gewasresten acceptabel zijn en hoeveel stikstof er in de bodem beschikbaar moet zijn. De keuze voor het soort groenbemester wordt hier door beïnvloed. Wanneer je de groenbemester in het najaar al wil onderwerken, moet je kiezen voor een groenbemester die zich voor die tijd al voldoende heeft ontwikkeld, zoals bladrammenas of Japanse haver. Wanneer je weinig gewasresten wilt overhouden zul je traag verterende soorten zoals Japanse haver of gras al vroeg moeten onderwerken. Meer over de voordelen van vroeg dan wel laat onderwerken van een groenbemester vind je hier. Misschien wil je niet-kerende grondbewerking toepassen dan zul je moeten kiezen voor éénjarige groenbemestersoorten die in de winter afsterven en makkelijk onder te werken zijn, zoals de Vital Earth NKG Zomer of Vital Earth NKG Najaar.

Gebruik onze productkiezer voor Nederland of België om op basis van jouw wensen de beste groenbemester voor jouw perceel te vinden.