Extreme weersomstandigheden hebben het lastig gemaakt om op het juiste moment grasland te verbeteren. De grote hoeveelheid neerslag van afgelopen na- en voorjaar heeft op sommige percelen voor structuurschade gezorgd. Daarom is het belangrijk om nu de kwaliteit van je grasland te beoordelen en te beslissen of het tijd is voor vernieuwing.

De afgelopen periode is de maïs op veel plaatsen bijgetrokken. Het onstuimige voorjaar heeft ervoor gezorgd dat er grote verschillen zijn in de ontwikkeling van de maïs. Terwijl de één de maïs er tussen eind april en begin mei erin had zitten, heeft de ander de maïs pas in juni kunnen zaaien. Daarom is er onzekerheid over of de kolf zich nog voldoende zal ontwikkelen bij deze laat ingezaaide percelen.

Het extreem natte voorjaar heeft zijn sporen nagelaten. Op verschillende bedrijven heeft het grasland schade opgelopen, constateert ook Thomas van Tetering, Productmanager Benelux bij DLF. ‘Dat heeft gevolgen voor de ruwvoerproductie. Het is goed om nu na te denken welk stuk grasland je wit herstellen, hoe je dat gaat doen en waar je voor gaat kiezen.’

Na een uitzonderlijk nat na- en voorjaar, waarin de mogelijkheden voor graslandverbetering beperkt waren, biedt de periode na de eerste snede nu een uitstekende gelegenheid voor doorzaai. De huidige vochtigheid en temperatuur van de bodem zijn ideaal voor kieming, wat een uitgelezen moment creëert om de kwaliteit van het grasland te verbeteren. Door direct na de eerste snede door te zaaien, kunnen kale plekken snel aangepakt worden, waardoor voorkomen wordt dat onkruid en grassen van lage kwaliteit deze ruimtes innemen.