Naast groenbemesterrassen en groenbemestermengsels die hoofdzakelijk uit één soort bestaan, zijn er ook mengsels die uit verschillende soorten bestaan. Soorten die je veel terugziet in dit soort mengsels zijn bijvoorbeeld facelia, incarnaatklaver, wikke, vlas en blauwe lupine.
Eén van de voordelen van een biodivers groenbemestermengsel is dat de verschillende soorten in het mengsel allemaal hun eigen specifieke worteluitscheiding afgeven aan de bodem. Deze worteluitscheidingen voeden een divers bodemleven, die op haar beurt weer voedingsstoffen afgeven aan het gewas.
Een soortenrijk groenbemestermengsel zorgt daarmee zowel ondergronds als bovengronds voor een verbeterde biodiversiteit. Dit is belangrijk omdat zo de bodem beter in balans blijft en schadelijke oranganismen beter in toom worden gehouden.
Een groenbemestermengsel heeft ook een positief effect op de bodemstructuur. De verschillende soorten hebben namelijk allemaal verschillende worteldieptes, waardoor een optimale beworteling van de teeltlaag ontstaat. Zo verbetert de bodemstructuur en wordt de bodem nog kruimeliger. Dit zorgt dan weer voor een betere balans in water- en luchthuishouding: een gezonde bodem voor de volgteelt!